voor droomwerk
Een artikel voor het Droomjournaal door Francis te Brake. Zomer 2023
‘Spirituele waarheid is niet ingewikkeld of esoterisch; het is eigenlijk diepzinnig gezond verstand. Wanneer je de natuur van de geest realiseert, worden er lagen van verwarring afgepeld. Je ‘wordt’ niet een boeddha, je houdt eenvoudigweg langzaam op verward te zijn. Een boeddha zijn betekent niet dat je een almachtige spirituele superman of -vrouw bent, maar dat je eindelijk een echt mens bent geworden.’
Padmasambhava (ook wel: Sogyal Rinpoche, de ‘Kostbare Meester’ genoemd)
Droomwerk kan veel betekenen voor wat betreft het afpellen van lagen van verwarring. Over deze verwarring heb ik al meerdere columns geschreven en daarbij altijd het verband gelegd met de mogelijkheden die droomwerk biedt. Sinds het schrift is uitgevonden, heerst er ook grote verwarring ten aanzien van begrippen en terminologie, die zijn ontleend aan zeer oude culturen en vervolgens in andere talen en culturen toegepast werden. Ten tijde van C.G. Jung speelde deze verwarring o.a. ten aanzien van het begrip ‘archetype’, zoals te lezen valt in zijn boek over archetypen.
Plato’s Ideeën wereld
De term ‘archetype’ komt van het Griekse woord ‘archè’ dat ‘begin’ of ‘bron’ betekent. ‘Type’ staat voor ‘model’. Het woord archè werd in de oude Griekse filosofie gebruikt om het begin van de wereld aan te duiden: de oerstof, die het eerste principe van alle materie is. Archetypen kun je beschouwen als universele oermodellen, waarvan alle aardse vormen en verschijnselen zijn afgeleid. Volgens Plato (ca. 427 v.Chr. – 347 v.Chr.) bevonden deze perfecte oer-modellen zich in de Ideeen-wereld, die ver boven het aardse verheven is. De zichtbare werkelijkheid bestaat uit onvolmaakte afspiegelingen van deze oermodellen. In Plato’s Ideeënleer is dus ‘de idee’ pre-existent aan alle fenomenen (verschijnselen) en van een hogere orde.
Jung’s psychologie
Carl Gustav Jung (1875-1961) heeft zich door Plato’s Ideeënleer laten inspireren en nam de term ‘archetypen’ over voor zijn psychologie. Jung gebruikte de term aldus in een psychologisch kader en beschreef archetypen als energieen of drijvende krachten in het collectieve onbewuste, van waaruit ze ons leven zowel op persoonlijk als collectief vlak beinvloeden. Terwijl er in de Ideeenleer van Plato sprake lijkt te zijn van perfecte oer-modellen en principes, zou je bij Jung kunnen spreken van krachten, die eerder als dynamiek begrepen dienen te worden. Deze zou dus ook chaotisch kunnen zijn. Vanwege de verwarring, die er heerste omtrent de term ‘archetypen’, maakte Jung gebruik van de term ‘archetype an sich’. Teveel mensen meenden dat het bij een archetype om een uiterlijk waarneembare vorm zou gaan. Het archetype an sich verwijst echter naar de energie achter het ‘ding’, de dynamiek. Volgens Jung is het ‘archetype an sich’ het échte archetype: ‘Beelden en voorstellingen zijn slechts uitingen van de werkzaamheid van een archetype. Dit zijn dieper liggende dynamieken, die we niet kunnen waarnemen, energieen of krachten, die onbewust blijven totdat ze via dromen (dus een reeks van beelden en voorstellingen) aan ons verschijnen.’ (zie ook blz. 12 e.v. uit het boek ‘Archetypen’ van C.G. Jung). Een van de methodes om te communiceren met onbewuste inhouden is ‘de actieve imaginatie’.
Wakker dromen
Padmasambhava, wiens citaat hierboven staat, wordt door Alan Wallace in zijn boek ‘Wakker Dromen’ herhaaldelijk genoemd. Hij was een Indisch-boeddhistische monnik, die de leer van de Boeddha in de achtste eeuw naar Tibet bracht. Het Tibetaans boeddhisme en de daaruit voortvloeiende beoefening worden in het boek van Wallace uitgebreid beschreven en toegelicht. De term archetypen kom je daar echter niet tegen. Wel worden er binnen de Tibetaans boeddhistische leer 3 lagen van bewustzijn onderscheiden:
- De psyche
- Het substraatbewustzijn
- Het primordiaal bewustzijn
Het meest grove en oppervlakkige niveau is de psyche, die de vijf zintuigen en de daarbij behorende bewuste en onbewuste mentale verschijnselen (gedachten, geveolens, sensaties, etc) omvat. Het betreft ons geconditioneerde bewustzijn. De psyche komt voort uit een dieper tussenliggend niveau, het substraatbewustzijn. Het substraatbewustzijn doordringt alle fenomenen, die feitelijk veranderlijk zijn en dus geen objectieve realiteit bezitten. Men spreekt dan ook van een illusoire toestand, die vergeleken wordt met de uiterlijk waarneembare beelden en voorstellingen in een droom. Op blz. 105-106 van Wakker Dromen staat: ‘de beoefening is erop gericht verder te gaan dan de psyche en door te dringen tot het primordiaal bewustzijn, dat synoniem is met het ultieme doel van het boeddhisme zelf: verlichting. Voordat het zover is krijgen we te maken met een bewustzijnstoestand die subtieler is dan de psyche, maar nog niet zo transcendent als het primordiaal bewustzijn: het substraatbewustzijn. Deze kun je beschouwen als de bron v.d. gehele psyche, incl. wat wij westerlingen het (persoonlijk of collectief) onbewuste noemen.
Het gaat er dus om in 1e instantie het substraatbewustzijn te verkennen en uiteindelijk ook de droomtoestand te doorgronden. De beoefening wordt ook wel ‘bardo-training’ of ‘droomyoga’ genoemd:
Bardo-training
De fase na de dood wordt in het Tibetaans boeddhisme ‘bardo’ genoemd. Deze is te vergelijken met een verlengde droomtoestand, waarbij afschrikwekkende visioenen voorkomen. (i.v.m. karmische sporen uit vorige levens). Deze kunnen dermate afschrikwekkend zijn, dat de overledene zo snel mogelijk weer terug wenst te keren in een lichaam. Zo blijft iemand, die de illusoire aard van de verschijnselen niet (her)kent, eindeloos incarneren.
Het is de bedoeling dat de yogi de illusoire aard van het zintuigelijke leven weet te doorgronden en zich zo bevrijdt van negatief karma en de oneindige cyclus van incarnaties. Dit houdt dus ook in dat de droomyogi zijn/haar angsten onder ogen dient te komen en deze te transformeren. De yogi zal immers anders tijdens het stervensproces tezeer afgeleid worden door de visioenen.
Droomwerk
Het boek van Alan Wallace en de droomyoga bieden veel aanknopingspunten voor andere vormen van droomwerk. Je hebt hierboven kunnen lezen dat angst een grote rol speelt tijdens de bardo-fase en zo dus feitelijk de overledene afleidt. Het bewustworden van het illusoire van zintuigelijk waarneembare verschijnselen neemt daarom een belangrijke plaats in binnen de bardo-training. Deze plaats dient het wat mij betreft ook in te nemen bij droomwerk. Het helpt ons immers de lagen van verwarring, die onze psyche in de greep houden, af te pellen. Groot voordeel hierbij is dat we tijdens ons leven leren om angst en dreiging onder ogen te zien en onszelf weerbaarder te maken. We maken ons op voor het grotere verhaal, om met de woorden van Robert Moss te spreken. Om daar te komen krijgen droomyogi’s op gegeven moment deze opdracht: ‘Wanneer er in een droom iets gebeurt van bedreigende, traumatische aard, …. zorg dan dat je in de droom in het water of vuur springt of valt.’ Even verderop staat het volgende: ‘Ik sta op het punt door dit angstaanjagende beest te worden verslonden, ik besef dat ik droom. Ik besta niet, de krokodil bestaat niet, de hele omgeving is een mentale constructie’….(blz. 149 uit ‘Wakker Dromen’ van A.Wallace)
De realiteit van de droom
Vanuit de dieptepsychologie beschouwd wordt een krokodil ervaren als een oerverschijning, die archetypische krachten herbergt. Ik begeleidde onlangs iemand bij het droomwerk, in wiens droom dit archetype een dodelijke uitwerking bleek te hebben: Het droom-ik neemt op afstand een vrouw en een krokodil waar. De vrouw benadert de krokodil als een lief huisdier, wat het droom-ik als naief ervaart. Plotseling valt de krokodil haar aan en verslindt haar. Het droom-ik ervaart dit als een gruwel en ‘wordt wakker’.
Het droom-ik en het personage dat aangevallen wordt, blijken zich niet bewust te zijn van de illusoire situatie van de droom en worden het slachtoffer van ….ja, waarvan? Van de krokodil, naïviteit of angst?? Er is in ieder geval sprake van een wezenlijk verschil in perceptie tussen een slapende en een wakkere dromer: Waar de gevorderde yogi zich bewust laat opeten door de krokodil, vlucht het droom-ik in het voorbeeld uit de droom.
De mogelijkheid bestaat dat er in het leven van deze dromer sprake is van een dreiging, of één waar hij getuige van is. Mogelijk was hij zich daar (nog) niet bewust van. Het zou echter ook kunnen dat de dromer de neiging heeft altijd dreiging te vermóeden. Dat deze als het ware een onbewuste grondtoon vormt, die via de gebeurtenis in de droom tot uiting komt. Je zou ook kunnen spreken van verwarring, die op/in de droom geprojecteerd werd. Niets is echter zeker. Uit het droomwerk zal blijken wat het geval is. Niet door te interpreteren, analyseren of in te vullen, maar door zich bewust opnieuw in de droom te begeven met een open blik en in het vertrouwen dat de droom het beste met je voorheeft.
Droomwerk en the Bigger story
Met behulp van droomwerk leren we te communiceren met het onbewuste en de archetypen, die deel uitmaken van het Al en zo de mogelijkheid bieden om de verbinding met het Goddelijke Mysterie te herstellen: Anamnese.
Gedurende de afgelopen jaren heeft het droomwerk, zoals ik dat uitdraag, zich redelijk organisch ontwikkeld tot een in-depth werkwijze, waarbij met name aspecten van de diepte-psychologie, (onder andere actieve imaginatie en bron-immersie) het sjamanisme, het Boeddhisme en lichaamswerk voorkomen. Bewustzijn en zelfkennis trainen, deze verdiepen en het belichamen van elementen uit de droom gaan daarbij hand in hand. Ook vindt er kennisoverdracht plaats. Het doel is te vergelijken met de eerste fasen van de droomyoga, namelijk het doorgronden en bewust ervaren van de droomstaat en het substraatbewustzijn.
Ik dien de technieken zorgvuldig te hanteren, terwijl ik de dromer via een omtrekkende beweging door de droom begeleid. Omdat ook ik me open opstel en de droom als een raadsel benader, stel ik vragen en nodig de dromer uit te onderzoeken en te ontdekken. Gaandeweg neemt de lichamelijke gewaarwording toe en wordt de dromer zich bewust van de dynamieken, die zich achter of in de droombeelden ophouden. Mijn ervaring is dat er niet alleen uit de droom, maar ook uit aangrenzende ruimtes informatie vrijkomt, die de dromer helpen tot dieper inzicht en bewustheid te komen.
Van hieruit worden dromers uitgenodigd om op een veilige manier contact te maken met verschillende elementen in de droom. Zo kan er een wisselwerking gaan plaatsvinden met een scene, object of personage en zal men de energie daarvan lijfelijk ervaren.
De droomyoga zegt hierover: ‘Door bewust contact te maken met de energieën, die de droom structureren, kunnen we het zijnsniveau bereiken. De grenzen tussen subject en object vervagen en we gaan de realiteit van de droom doorzien.’
Francisca te Brake is professioneel droomwerker, trainer en kunstenaar. Zie: http://shelter36.nl/droomwerk-shelter36/ en www.pact23.com